donderdag 25 november 2010

Poverty and critical journalism

Gisterenavond organiseerde de Hogeschool-Universiteit Brussel een Round Table-conferentie over de rol die de media kan spelen in het aankaarten van het armoedeprobleem. Het debat was één van de hoogtepunten in de internationale week over armoede en sociale uitsluiting. Moderator was Gie Goris, redacteur van het magazine Mo*.

Het debat werd gestart met een beknopte lezing door P. Sainath, een internationaal bekend Indisch journalist die zelf hard werkt om het armoedeprobleem in India bespreekbaar te maken. Sainath typeert zichzelf als een rural journalist en spendeert 270 tot 300 dagen per jaar tussen de arme Indiërs. Het maakt hem, terecht, boos om te zien hoe Indische journalisten meer dan 600 artikels wijten aan een fashion week, terwijl in diezelfde week honderden boeren zelfmoord plegen uit armoede en honger. Hierover werden slechts 6 artikels geschreven. 25 jaar geleden zou dit niet gekund hebben.

Sainath geeft verschillende redenen voor deze verschuiving in de laatste 25 jaar. Samengevat zijn de media 'imprisoned by profit'. Er is een concentratiebeweging aan de gang zowel binnen de eigenaarstructuren, als binnen de nieuwsgaring. Daarnaast worden onafhankelijke stemmen gemarginaliseerd. 'Corporate intrest' wordt belangrijker geacht dan verhalen over mensen en de adverteerders krijgen voorrang op de lezer. Naast oorzaken suggereert Sainath ook enkele oplossingen. Monopolie binnen de media moet doorbroken worden, journalisten moeten op school kritischer getraind worden en openbare omroepen moeten steun geven aan kritische verhalen. Maar de belangrijkste les die Sainath meegeeft is 'rediscover connection with ordinary people'. Nagaan: welke mensen hebben welke problemen, veroorzaakt door welke redenen en op te lossen met welke inspanningen? Door zulke kritische onderzoeken kunnen de media invloed uitoefenen op de beleidsmakers. Journalists as watchdogs.

Hierna was het de beurt aan Belgische gasten om te bespreken waarom het armoedeprobleem zo weinig aan bod komt in de Belgische media. Bijdragen van onder meer Dirk De Wilde (De Tijd), Hilde Boeykens (SOS Kinderdorpen), John Vandaele (Mo*) en Stef Adriaenssens (socioloog HUB) moesten antwoorden bieden op de vragen of journalisten echt waakhonden zijn, welke impact aandeelhouders van het bedrijf hebben op het mediaproduct, hoe de stem van de armen moet gepresenteerd worden en hoe de journalistieke opleiding studenten kritisch moeten vormen. 

Iedereen was het erover eens dat het armoedeprobleem meer aandacht verdient. Over hoe dat moet gebeuren en wiens verantwoordelijkheid het is dat dit nu niet het geval is, was meer onenigheid. De schuld werd telkens verlegd. Volgens de ene was het de schuld van de media en de grote bedrijfsbazen. De andere legde de schuld dan weer bij de verrotte samenleving en het lezerspubliek. Een derde keek naar het individu van de journalist. Mij lijkt het een wisselwerking tussen al deze dingen. Enerzijds willen media verkopen en dus de lezer bieden wat ze wil lezen. De lezer wil dingen lezen die hem of haar interesseert en dat zou niet armoede zijn. Anderzijds beslissen de journalisten en redacteurs wat er geschreven wordt. Als er meer en duidelijker over armoede bericht wordt, zou de lezer zich er dan niet steeds meer in interesseren?

In onze opleiding leren we de realiteit kennen. We leren dat eigenaars invloed hebben op het product, we leren dat nieuwsselectie trapsgewijs gebeurt en al start bij de grote nieuwsagentschappen, we leren dat het belang van de consument voorrang krijgt. Daarnaast krijgen we een deel idealisme mee, via initiatieven zoals de Round Table die critical journalism promoten. Na de verhalen van gisterenavond vrees ik er echter voor dat we uiteindelijk toch zullen moeten luisteren naar onze bazen, zeker aan het begin van onze carrière. We hebben immers nog geen autoriteit zoals bijvoorbeeld Sainath. Wel geloof ik dat we kunnen nadenken over problemen zoals armoede en onze reflecties meedelen via de nieuwe media, in blogs als de deze. Zo kunnen we expertise opbouwen en wie weet krijgen we later wel wat ruimte in kranten of journaals voor onze kritische bedenkingen. Een goede journalist moet volgens Sainath immers 'sceptical' zijn, en niet 'cynical'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten